Heb je heupklachten?
Heupklachten
De heup is een kogelgewricht dat het dijbeen (femur) verbindt met het bekken (acetabulum). Het gewricht is essentieel voor stabiliteit, houding en voortbeweging. De diepe ligging van het gewricht, gecombineerd met krachtige omliggende spieren en pezen, maakt het functioneel sterk, maar ook gevoelig voor overbelasting, slijtage of trauma. Heupklachten kunnen zich lokaal of uitstralend uiten richting de lies, bil of knie. Of u nu kampt met slijtage, een peesirritatie of herstel na een heupprothese, wij helpen u graag weer soepel in beweging.
Meest voorkomende heupklachten
| Klacht | Oorzaak | Symptomen |
|---|---|---|
| Heupartrose (coxartrose) | Slijtage van het kraakbeen in het heupgewricht door ouderdom of overbelasting | Pijn in lies/bil, startstijfheid, beperkte beweeglijkheid |
| Trochanter major pijnsyndroom (bursitis / gluteus tendinopathie) |
Overbelasting van pezen of slijmbeurs aan de buitenzijde heup | Pijn zijkant heup, verergert bij liggen op de zij, traplopen |
| Liesblessure (adductor gerelateerde liesklachten) |
Overbelasting van aanhechting binnenzijde bovenbeen | Pijn in liesregio, vooral bij draaien/versnellen |
| FAI (femoroacetabulaire impingement) |
Abnormaal contact tussen heupkop en heupkom (cam/pincer-type) | Pijn bij heffen/draaien van heup, vaak bij jonge sporters |
| Labrum scheur | Trauma of geschiedenis met FAI klachten | Pijn bij heffen/draaien, stijfheid in de lies, klikgeluid of gevoel, krachtsverlies |
| Snapping hip | Pees of spier die ‘klikt’ over botstructuur | Klikgeluid of gevoel, soms pijnlijk, vooral bij buigen/strekken |
| Heupfractuur | Trauma of onderliggende aandoening als osteoporose | Pijn, zwelling, beperkte mobiliteit, krachtsverlies |
| Piriformis syndroom | Overbelasting piriformis door langdurig zitten | Pijn bil uitstralend naar achterzijde been, soms gepaard met tintelingen |
Veelgestelde vragen
Hoe lang duurt het herstel?
Herstel is afhankelijk van de oorzaak. Bij trochanter pijnsyndroom vaak 8–16 weken, bij heupartrose langer en progressief. Revalidatie na een heupoperatie duurt gemiddeld 3–6 maanden, afhankelijk van uw algehele conditie.
Is rust belangrijk bij heupklachten?
Volledige rust is af te raden. Gericht oefenen en verbeteren van kracht en mobiliteit zijn essentieel. Wij stellen een individueel beweegschema op om overbelasting te voorkomen.
Kan ik blijven wandelen of sporten?
Bij lichte klachten is wandelen meestal mogelijk, mits binnen de pijngrens. Sporten als fietsen of zwemmen zijn vaak goed alternatief. Bij langdurige of ernstige klachten adviseren we aangepaste training onder begeleiding.
Wat kan ik zelf doen?
- Vermijd activiteiten die klachten verergeren (zoals lang staan, hardlopen, zijlig)
- Begin met lichte oefeningen voor heupmobiliteit en stabiliteit
- Werk aan kracht van bil- en rompspieren
- Neem contact op voor een op maat gemaakt oefenprogramma of persoonlijk behandelplan
Waarom kiezen voor Fysio Verbeek?
- Ervaren therapeuten in heuprevalidatie en postoperatieve begeleiding
- Multidisciplinaire aanpak met huisartsen, orthopeden en sportartsen
- Moderne oefenruimte en persoonlijke begeleiding van intake tot
Bronnen
- Reiman, M.P., & Thorborg, K. (2015). Clinical examination and physical assessment of hip joint–related pain in athletes. British Journal of Sports Medicine, 49(12), 803–812.
- Zhang, W. et al. (2005). OARSI recommendations for the management of hip and knee osteoarthritis. Osteoarthritis and Cartilage, 13(6), 449–462.
- Fearon, A.M. et al. (2014). Greater trochanteric pain syndrome: defining the condition and a review of the literature. British Journal of Sports Medicine, 48(14), 1077–1083.
- Griffin, D. R., Dickenson, E. J., O'Donnell, J., Awan, T., Beck, M., Clohisy, J. C. & Bennell, K. L. (2016). The Warwick Agreement on femoroacetabular impingement syndrome (FAI syndrome): an international consensus statement. British Journal of Sports Medicine, 50(19), 1169–1176.
- Agricola, R. et al. (2013). Cam impingement causes osteoarthritis of the hip: a nationwide prospective cohort study. Osteoarthritis and Cartilage, 21(6), 809–814.

